woensdag 19 september 2012

Die gekke tijd toch

Als mijn wekker gaat merk ik dat mijn hoofd nog te zwaar is om uit het kussen los te scheuren. Met een omgekeerde knipoog gluur ik naar de tijd. 6:40. Ik zucht door mijn neus. Te laat. Of nee wacht, dat is niet mijn wekker. Dan is het dus pas 6:15. Of zoiets, want dat weet je maar nooit met dat ding en al helemaal niet als het nog te vroeg is om te weten welke dag het überhaupt is. Intussen doet de wekker nog altijd alsof hij een team zusters en dokters moet oproepen om met de crash car naar de intensieve zorg te spurten. Ik rol de aarde en het universum van mijn rechter- naar mijn linkerzij en ram op de snoozeknop boven de betrouwbare cijfers 6, 2 en 3. De zusters en dokters kunnen weer zeven minuten aan de koffie. Tenminste, dat hadden ze gedacht. In een oogwenk is de zon alweer van oost naar west geflitst, in de Noordzee gedoofd en zit ik op bed mijn sokken uit te trekken. Kinderenwegbrefilewerklunchentafeltenwerkenfiletenkinderennaarbedopruivaatwassinternetelevislapen. 23:30, zegt de wekker. Mijn wekker.


Vroeger deed de zon dat helemaal niet. Toen liep hij 's morgens uitdagend  tussen de kier in het gordijn in mijn ogen te prikken. Hij wilde spelen, maar te hard, als een blije labrador die niet precies weet hoe hard je tegen een kind aan kunt springen. Mijn moeder of mijn vader haalde me dan na een uur of wat uit bed. Aankleden, een ochtend. Bord pap, de hele dag. Twee weken naar school: letters in de lucht schrijven, inkt op mijn mouwen doen, gymmen. Lunchtrommeltje openen, boterhammen eten. Drie uur. Nog meer school, een week. Tellen en tekenen. Afspreken met een vriendje en daar met de Legotrein spelen, een kerstvakantie lang. Naar huis, vierhonderd kilometer lopen (of een uurtje met de auto). De zon is al bijna op driekwart. Thuis ruziemaken met mijn broertje. Straf krijgen, twee jaar eenzame opsluiting op mijn kamer. Gratie, want we moeten eten. Pannenkoeken, anderhalve minuut. Sperziebonen, een decennium. Hup, naar bed. Verhaaltje, mamma? Een kort verhaaltje dan, goed, hooguit drie kwartier. Wakker liggen tot de zon het stokje overgeeft aan de tl-buizen van de straatlantaarns. Anderhalf uur. Slapen.

Wetenschappers zeggen dat de echte tijd niet lineair verloopt. Vertel mij wat, dat probeer ik al twee alinea's uit te leggen. Als een astronaut een rondje om de aarde suist is hij ergens een seconde kwijtgeraakt voordat hij in een Kazachstaanse woestijn onder een berenvel naar de camera's lacht. Het fijne weet ik er niet van, maar de Sheldon Coopers van alle tijden dagdromen graag over parallelle universa en ruimte-tijdkrommingen. Niet heel lang geleden hebben ze de tijd veranderd. Doen ze wel vaker: af en toe een schrikkeldag, -minuut of -seconde. Het interesseert de aarde, de maan en de zon namelijk geen moer hoe wij onze kalenders wensen bij te houden. Een seconde is daarom sinds 1955 niet langer 1 / 24 * 60 * 60 van een dag, maar iets met cesium bij heel koud en dat dat overgaat in een ander energieniveau. Ik was niet slecht in exacte vakken, maar toen ze me dit uitlegden was ik even in een parallel universum, ergens buiten tussen de naaldbomen, ben ik bang.

Mindere goden knoeien ook met de tijd. Ik bedoel niet dat gedoe met een kalender waarop er '12' staat bij de tiende maand, maar die wekker-vooruitzetten-want-dan-heb-je-nog-even-voor-de-gekhouderij die ervoor zorgt dat je twee weken per jaar een jetlag hebt en het huis rond kunt om uit te zoeken hoe je de thermostaat, je horloge, de magnetron en enkele wandklokken een uur voor- of achteruitzet. Zomertijd.

Sinds 1977 een belachelijk fenomeen dat we maar niet kwijt lijken te kunnen raken. Kinderlijke argumenten. "Dan is het 's morgens eerder licht." Tof zeg, maar 's avonds ook eerder donker. "Dan hoeft de verlichting in al die kantoorpanden minder lang te branden." Noem mij één bedrijf waar het licht niet de hele dag aanstaat. "Zo erg is het toch niet?" Ja zeg, laten we dingen gaan doen omdat ze niet zo erg zijn. Tegen een Hells Angel zeggen dat je zijn badges kinderachtig vindt. Denk niet dat je wegkomt met "Zo erg is het toch niet?"

Alsjeblieft, laten we stoppen met die zomertijd/wintertijdnonsens. Tijd is al lastig genoeg zonder overbodig getrut met de klok van onze kant. Het kan echt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zeg het maar.